Leerstoornissen

 

Leerstoornissen kunnen zich voordoen op het vlak van lezen (dyslexie), rekenen (dyscalculie) en spelling (dysorthografie) of een combinatie daarvan. Over de oorzaken van een leerstoornis is nog lang niet alles geweten. Wetenschappelijk onderzoek wijst op een veelheid aan factoren die het risico op een leerstoornis doet toenemen (neurologische factoren, erfelijkheid, omgeving, comorbide stoornissen enz.). Wat dan precies de uiteindelijke trigger is, is vooralsnog niet geweten. 

 

Om in Vlaanderen te kunnen spreken van een leerstoornis, moet worden voldaan aan drie criteria: 

1.      Ernstcriterium. Het kind moet aanzienlijk slechter scoren dan zijn leeftijdsgenoten op een gestandaardiseerde en gevalideerde lees- of rekentest of dictee. Meestal ligt de cut-off score op percentiel 16, wat betekent dat op die specifieke test het kind bij de 16% zwakste kinderen scoort in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten. 

2.      Hardnekkigheidscriterium (didactische resistentie). Het kind haalt zijn leerachterstand, ondanks minimum 6 maanden intensieve en taakgerichte remediëring, niet in ten opzichte van zijn leeftijdsgenoten 

3.      Exclusiecriterium. De leerproblemen kunnen niet worden verklaard door andere problemen, zoals een verstandelijke beperking, een psychische of neurologische stoornis, enz. 


Therapie bij leerstoornissen is zuiver ‘maatwerk’. Geen enkel kind met een leerstoornis heeft dezelfde moeilijkheden of maakt dezelfde fouten. Door uitgebreide testing en bevraging brengen we goed de tekortkomingen en zwaktes in kaart, maar ook de sterktes en talenten. Die gebruiken we immers om de zwaktes te compenseren. 

Logopedische therapie bij leerstoornissen is hard werken, ook thuis. Slechts een halfuurtje per week werken of oefenen bij de logopedist leidt zelden tot de gewenste resultaten. Jullie, ouders, zetten we dan ook graag in als co-therapeut. Jullie inzet en positieve benadering van de logopedische therapie zijn van niet te onderschatten belang in de therapie-uitkomsten van jullie spruit. We bekijken samen wat haalbaar is om thuis te oefenen en op welke manier. Het liefst zien we jullie samen met zoon- of dochterlief in therapie, zodat jullie op de hoogte zijn en blijven van het ‘hoe’ en ‘waarom’ van bepaalde tussenstappen in het leerproces. Zo kunnen we blijven afstemmen op mekaars verwachtingen en doelstellingen. 

Taalstoornissen

 

Een taalontwikkelingsstoornis is een stoornis in het verwerven van taal: deze kinderen hebben moeite met het leren van taal en vinden het onthouden van klanken en woorden lastig. Ze leren de regels van de taal niet automatisch. De problemen kunnen zich voordoen op gebied van woordenschat, maar ook binnen de zinsbouw, verhaalopbouw en taalgebruik. Als kleuter vertonen deze kinderen vaak probleemgedrag: ze begrijpen immers vaak de andere kinderen niet of weten niet wat de juf hen gevraagd heeft. Ze kunnen ook zélf vaak niet uitdrukken wat ze willen zeggen, dus zoeken ze andere manieren om te ‘communiceren’. 

In de lagere school hebben deze kinderen meer moeite om te leren lezen en krijgen ze ook vaak problemen met rekenen (want veel taal!). Begrijpend lezen is moeilijk en het studeren van WO of het leren van Franse woordjes neemt veel tijd in beslag. 

Tieners in het middelbaar verliezen punten omdat hun zinsconstructies niet optimaal zijn of omdat ze hardnekkig fouten blijven schrijven. Langere en moeilijkere teksten en grotere hoeveelheden leerstof verminderen de motivatie om te studeren. 

Naargelang de leeftijd zetten we als logopedist in op andere kennis, vaardigheden en competenties. Aan de hand van taalprogramma’s en spontaan (maar gecontroleerd) spel gebruikt de logopedist verschillende ingangspoorten om de communicatie van je kind te verbeteren.
Net als kinderen met een leerstoornis, is geen kind met een TOS hetzelfde. Door uitgebreide testing en bevraging brengen we goed de tekortkomingen en zwaktes in kaart, maar ook de sterktes en talenten. Die gebruiken we immers om de zwaktes te compenseren.